zondag 15 maart 2015

Bianca

Dochterlief is net thuis. Ze zit op de grond en pakt zelf haar tas uit. Heel veel werkjes, haar broodtrommel, bekers en een envelop van school. Ze frummelt de envelop open haalt er een brief uit en roept naar manlief en mij:
"Kijk eens, Bianca is dóód!".

Ik herinner me een gesprek met het hoofd van de afdeling op dochter's school, enkele weken geleden. Ze vertelde over de sterfgevallen op school. Dat dat op dochter's school relatief vaker voorkomt dan op reguliere scholen, hoewel het ook hier (gelukkig) een klein percentage betreft. Ze vertelde over de impact op de leerlingen en het personeel, het medeleven met de familie, een herdenkingsaltaar en de saamhorigheid en warmte die het samen rouwen teweeg brengt.

"Wat bijzonder dat dat zo samen kan," reageerde ik, "ik hoop echter dat we dit in de tijd dat dochter op school zit nooit hoeven meemaken."
Want hoe dan ook, een kind mag niet dood.
"Reken er maar op dat dat wel gebeuren gaat" antwoordde het hoofd, weinig geruststellend en recht voor z'n raap.

En nu is dus Bianca dood. 

We vragen dochter of ze Bianca kent. Dochter vertelt dat ze haar wel eens op het schoolplein zag maar ze had nog nooit met haar gespeeld. De juf had verteld dat Bianca dood was.

We lezen de brief en ontdekken dat het om een meisje gaat van dochters leeftijd. Overleden aan de gevolgen van een hersentumor, thuis, in het bijzijn van haar ouders.

We wisselen een blik en zijn er allebei een poosje van ontdaan. Het werpt ons even terug in de tijd, naar 3 jaar geleden, toen wij die ouders hadden kunnen zijn.

Dochterlief pakt ondertussen nog een andere tas uit en laat ons zien wat ze allemaal nog meer vindt. Daarna vraagt ze wanneer we gaan eten en wat we gaan eten, want ze heeft toch wel 'erge honger'.

Zo doet ze ons voor hoe hier mee om te gaan. 
Over naar de orde van de dag. 
Naar wat we eten vandaag en of we erna nog een spelletje doen.

Want wij leven, godzijdank, gelukkig gewoon.





(De naam Bianca is gefingeerd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten